Met een brideernaald kan men gevogelte of stukken gevuld vlees opbinden. Zij zien eruit als grote stopnaalden met een speervormige punt en een oog groot genoeg om er een katoenen touwtje door te steken. De grootte varieert naargelang het stuk vlees dat opgebonden moet worden (ca. 14-30 cm lang). Er bestaan ook brideernaalden met omgebogen punt om vlak onder de huid of om botten heen te werken.
Meestal worden brideernaald en lardeerpriem in een set van 2 naalden en 12-15 priemen van verschillende grootte bewaard (1).
De slager gebruikt een koordnaald om ham te binden. [MOT]
(1) (CHANCRIN & FAIDEAU: 736).