De schoenmaker hanteert het verwarmde achterijzer om de bovenrand van de hielzool met was in te smeren; op deze wijze wordt er de gewenste vorm aan gegeven en verschijnt er een decoratief lijnpatroon.
Een model heeft een rechthoekig metalen hoofd (ca. 3 cm bij 2 cm; ca. 1 cm dik) met een uitstekend randje (ca. 1-2 mm) waarlangs een gleufje zit met een getand wieltje in, en een houten rechthoekig hecht. Bij een ander model zit slechts aan één kant van het wieltje een rond of rechthoekig metalen plaatje (1).
Zie ook het kantijzer (schoenmaker) en zoolwieltje. [MOT]
(1) NOIRHOMME: 61 hanteert de termen enkel en dubbel achterijzer met wieltje voor deze modellen.