Kuipersrits (v.)

identificatiecode
ID 87
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 88.0285 L=16,5cm B=7,5cm G=150gr
holotype
MOT V 94.0179 a-b2 L=35cm B=24cm H=12cm G=600gr
holotype
MOT V 97.0238 L=19cm B=6cm G=150gr. Opschrift: Morniot Nantes.
alias
ritsijzer (kuiper) (syn.) (QUICKE: 258; Algemene...scheepsbouw: 31)
alias
ridsijzer (kuiper) (syn.) (QUICKE: 258)
alias
ridse (kuiper) (syn.) (QUICKE: 258)
alias
schrapijzer (syn.) (Algemene...scheepsbouw: 31)
alias
inkrasser (syn.) (VAN DER HOEVEN: 88)
beschrijving

Handwerktuig om kuipen te merken door er een teken in te snijden; zowel de kuiper als de eigenaar of bv. de accijnsambtenaar konden zo'n teken aanbrengen.

Twee modellen kunnen onderscheiden worden: de eenvoudige en de samengestelde kuipersrits. Met de eerste kunnen alleen bogen of cirkels gesneden worden. Het is een gaffelvormig ijzer waarvan één arm spits toeloopt terwijl de andere in en V- of U-vormig scherp blad eindigt (1).

Met de samengestelde kuipersrits kunnen en bogen en rechte lijnen uitgesneden worden. Van dat model bestaan er drie submodellen: het eerste waar het blad voor rechte lijnen en het blad voor bogen uit hetzelfde ijzer gesmeed zijn, het tweede waar het blad voor rechte lijnen vouwbaar is en het derde waar het blad voor bogen verstelbaar is om kleine en grote bogen te kunnen trekken. Om een rechte lijn te snijden trekt de kuiper het werktuig naar zich toe. Om een boog te snijden steekt hij de punt in het hout en draait hij het werktuig zoals hij het zou doen met een passer. Beide sneden moeten vlijmscherp zijn om de vezels dwars te kunnen snijden. Het hecht van de kuipersrits is doorgaans recht. Uitzonderlijk is het haakvormig om een betere houvast te bieden.

Zie ook hoefmes voor paarden, boomrits. [MOT]

(1) Een kuipersrits om twee groeven tegelijk uit te snijden (MAIGNE: 110) schijnt uitzonderlijk te zijn.

MOT V 97.0238