In een benzinemotor houden veren de kleppen toe. Wil men aan die kleppen werken, dan moet men de veer samengedrukt houden. Om de handen vrij te hebben, gebruikt men daarvoor een klepveertang. Haar kaken zijn gaffelvormig om op de stang van de klep te passen. De bek gaat open wanneer men op de armen drukt. Bij sommige modellen blijven de kaken steeds parallel met elkaar. Een heugel en haakje beletten het dichtgaan.
De klepveertang is te onderscheiden van de poolklemtang. [MOT]