Bij het maken van patronen wordt eerst een slaghoedje, dat voor de ontsteking zorgt, in de opening van de hulsbodem gedrukt. Met de kruitmaat wordt daarna de exacte hoeveelheid kruit in de huls gegoten. Nadien komt hierop een kogelpunt.
De kruitmaat bestaat uit een koperen cilindervormig bekertje, voorzien van een maataanduiding (1), waarvan de bodem veelal in de hoogte verstelbaar is. Een haaks gebogen angel verbindt het werkend deel met een houten handvat.
Er bestaan ook dubbele modellen met langs beide zijden van de stang een maatbekertje (2). [MOT]
(1) Soms ook met aanduiding van het soort kruit: zwart buskruit of rookzwak kruit (Bv. Poudre T). Sommige kruitmaten zijn voorzien van een maataanduiding voor lood. Modellen zonder maataanduiding maar met variabele capaciteit zijn voorzien van een gemakkelijk te bedienen veermechanisme om ladingen van een absolute regelmaat te krijgen. (Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-633).
(2) Bv. Manufrance (1931): 117, model nr. 5-623.
MOT V 2012.0056
MOT V 2014.0111
MOT V 2014.0111 - detail