De grondfrees bestaat uit 3 à 5 ronddraaiende stervormige wielen (1) met een totale werkbreedte van ca. 10-20 cm. Op ca. 10 cm achter de wielen bevindt zich een afneembaar (2) smal (ca. 3 cm) en beweegbaar schoffelblad met naar boven gebogen uiteinden. De houten steel (ca. 150-170 cm) steekt in een dille dat door middel van een beugel aan het werkend deel is verbonden. Zij vormen samen een hoek van ca. 45°.
De grondfrees wordt hoofdzakelijk gebruikt na het spitten om kluitjes te verkruimelen. Het wordt tevens gebruikt om meststof of zaad onder te brengen of de grond tussen de plantenrijen te verluchten en om te werken. Met de schoffel kan men tussen de plantenrijen het onkruid verwijderen. Het geheel wordt met duw- en trekkende bewegingen gebruikt.
Zie ook eg (hand) en klauw met lange steel. [MOT]
(1) De catalogus van Jules Simon: 80, toont een kluitenbreker met 2 rijen wielen om zwaardere grond te verkruimelen of gebruikt bij grote oppervlakten.
(2) COENEN: 18 toont een model waarbij de twee werkende delen afzonderlijk kunnen gebruikt worden.