De voorboor is een avegaar waarvan het plat boorijzer op het einde breder wordt en in een schroefvormige punt eindigt. Het werktuig is niet te verwarren met de verzinkboor (zie glossarium), die veel kleiner is en nooit op een kruk bevestigd is.
De voorboor dient om gaten aan te boren die met de lepelboor gemaakt zullen worden. Deze laatste boor heeft inderdaad de neiging om op een plat vlak weg te glijden. De voorboor wordt slechts voor grote gaten gebruikt, voor kleine gebruikt men de fretboor (1). [MOT]
(1) Voorboor en amorçoir duiden dan ook de fretboor aan.