De schoenmaker kan de randen van de zool bijsnijden met een schoenmakersmes of met een zoolschaafje. Dat laatste heeft een dun metalen, in de breedte lichtjes gebogen blad (ca. 2 cm bij 1 cm) dat horizontaal in een koperen houder zit, die bevestigd is aan een recht houten handvat. Wanneer men het zoolschaafje gebruikt, plaatst men de hand het best zo dicht mogelijk bij het hoofdeinde.
Vaak wordt het handvat naar het hoofdeinde toe verbreed zodat het beter in de hand ligt. [MOT]