De pit van vruchten zoals kersen, krieken, olijven en pruimen kan men makkelijk verwijderen met een ontpitter. Men legt de vrucht in de doorboorde kaak met de steelzijde naar boven en drukt de tang dicht. De staaf op de andere kaak doorboort de vrucht en drukt de pit door het gat in de doorboorde kaak. De vrucht blijft vrij heel en het werk gaat heel wat sneller dan met een mesje.
Er bestaan ook ontpitters, die geen tangen zijn. Met twee vergaarbakjes bijvoorbeeld - één voor de pitjes en één voor de vruchten die nog ontpit moeten worden. De vruchten rollen dan één voor één in de ontpitter. Men drukt de staaf naar beneden en de pit wordt uit de vrucht gedrukt. De pit verdwijnt in het vergaarbakje voor de pitten, terwijl de vrucht door de staaf terug naar boven gehaald wordt en langs de andere zijde uit de ontpitter rolt. Men hoeft dan niet telkens elke vrucht afzonderlijk op de kaak te leggen en elke pit uit de kaak te verwijderen.
Er bestaan ook modellen met meerdere staven, waardoor men meerdere vruchten tegelijkertijd kan ontpitten. Heel wat ontpitters kan men vastschroeven aan een tafel, zodat men het geheel niet hoeft vast te houden.
De ontpitter is soms gecombineerd met een ander werktuig zoals een lookpers of schoteltang. [MOT]
Schoteltang met ontpitter MOT V 2014.0041