Monoxiele, naar het uiteinde smaller toelopende stok met een recht hecht (ca. 30 cm) - te onderscheiden van de vingerstok - bestemd om pijpenkrullen in het haar aan te brengen. Na een eerste vormgeving van de lok met een krultang, wordt deze gekroesd en rond de krulstok gedraaid.
De rond de stok gedraaide lok wordt geborsteld, van boven naar beneden en met de richting mee. Wanneer de krulstok uit het haar getrokken wordt, is de lok in een pijpenkrul gedraaid. [MOT]