Suikerstrooilepel (m.)

identificatiecode
ID 1287
morfologie
beroep
beroep
kok
holotype
MOT V 2021.0115 L=13cm B=4cm G=21gr
alias
suikerstrooier (syn.)
beschrijving

Vroeger verkocht men de suiker in grote kegelvormige blokken, suikerbroden genoemd. Men brak deze met een suikerbijltje en suikerbreektang en kon ze fijn kloppen met een suikerhamertje. Schaven, zeven of vijzelen kon ook. De suiker werd verstrooid of op tafel opgediend uit een recipiĆ«nt met dit stuk bestek, de suikerstrooilepel.

De lepel is meestal van verzilverd of vertind metaal. Het hol blad heeft ronde gaten maar kan ook rijkelijk gedecoreerd zijn met allerlei patronen.

Zie ook de absintlepel. [MOT]

MOT V 2021.0115