Zwermschepzak (m.)

identificatiecode
ID 1411
morfologie
morfologie
beroep
holotype
MOT V 2024.0041 L=70cm B=33cm G=750gr
alias
schepzak (syn.)
beschrijving

Bij het scheppen van een bijenzwerm aan een boomtak, rond een boom of in de haag, kan men gebruik maken van een schepkorf, een bijenlepel of een zwermschepzak.

Met een schepkorf (1), een plat korfmandje voorzien van een houten handvat of een lus uit stro aan de bovenzijde of schuine zijde, wordt de zwerm bijen langs de onderzijde opgevangen bij het geven van een stevige slag op de tak waaraan de bijentros hangt.

Zitten de bijen rond een boomstam, dan wordt de bijenkoningin gevangen en wordt zij samen met enkele bijen, die door middel van een bijenborstel of een bijenlepel in de schepkorf worden gebracht, naast de boomstam gelegd.

Hangt de zwerm te hoog, dan kan deze opgevangen worden met een zwermschepzak. Deze bestaat uit een stoffen zak in de vorm van een cilinder. Bovenaan zit de zak rond een metalen ring of beugel voorzien van een gebogen lipje en een huls waarin een lange steel steekt. Onderaan kan de zak met een touwtje dichtgesnoerd worden. De imker schraapt de zwerm zoveel mogelijk van de tak en draait dan de stok een kwartslag om de zak aan de bovenkant te sluiten. Soms is de zwermschepzak voorzien van een klep of deksel. 

1) Ook zwermkieps genoemd (VAN DEN BELT J.B.M., Bijenteelt, 1950: 50). Er kan in de plaats van een zwermkorf ook een gewone korf, die langs de binnenzijde met zuiver water is verfrist, gebruikt worden. (LEYSEN Edmond, Het Vlaamsch bieënboek. Praktisch handboek van bieënteelt, 1937: 194)

MOT V 2024.0041