Handwerktuig om een rond gat, o.m. een spongat (vgl. sponboor en snijpasser) uit te zagen. Het bestaat uit een zaagblad rond een cilindervormig stuk hout gedraaid waardoor een kruk gestoken wordt. In het midden van de doorsnede steekt een ijzeren punt die als centrum dient wanneer het werktuig gedraaid wordt. Soms is de punt door een schroef vervangen. De punt wordt in de duig geduwd of in een vooraf geboord gaatje gestoken. De sponzaag wordt dan gedraaid zoals een gewone avegaar zodat een schijfje uitgezaagd wordt. Soms is het mogelijk dat schijfje uit de sponzaag te duwen door middel van een stangetje (1). Op sommige sponzagen is een losse knop op het bovenuiteinde bevestigd, zodat het werktuig een soort borstavegaar wordt.[MOT]
(1) PAULIN-DESORMEAUX: 91.
MOT V 99.0324
uit: "Enquête du Musée de la vie Wallonne"