Met een flessenkurker kan men een kurk in een fles duwen of slaan.
Het kan een houten of metalen holle cilinder zijn die binnenin naar beneden toe smaller toeloopt en met een staaf erin waarop geklopt wordt. De vooraf gekookte kurk wordt langs boven in de flessenkurker gestopt en door een krachtige slag op de kop van de steel in de fles gedreven.
De staaf kan ook verbonden zijn met een dubbele hefboom. Door beide handvatten naar beneden te drukken, duwt de staaf de kurk in de fles, die gevat wordt door het V-vormige uiteinde op elk handvat.
Handig is het model met kurkknijper. Men plaatst de kurk in de kurkknijper en zet deze op de flessenhals; zijn kaken zijn aangepast aan de vorm van een kurk. Vervolgens drukt men de hendel die op één van de armen van de kurkknijper bevestigd is, naar beneden. Zo duwt een staaf de kurk doorheen de bek van de kurkenknijper, in de fles. Deze staaf kan in- of uitgeschroefd worden, al naargelang de lengte van de kurk.
Zwaardere modellen kunnen op tafel gezet of aan de tafel vastgeschroefd worden. Meestal zijn ze voorzien van een kurkknijper, die met een aparte hendel bediend wordt of automatisch tegen de kurk knijpt bij het bedienen van de hefboom van de flessenkurker.
Flessen kan men ook kurken met een kurkenklopper. [MOT]