Met de haaksleutel worden ringmoeren, pluggen enz. met een (zaag)gleuf of een gaatje in de omtrek van de moer (bv. van een stuurkolom), aan- of losgedraaid. Het uiteinde van de haak, voorzien van een nok of pen, past dan respectievelijk in de gleuf of het gaatje.
De haaksleutel is vaak gecombineerd met een steek- of een ringsleutel, ook wel eens met een schroevendraaier of een fietssleutel (ringsleutel).
Er bestaan ook dubbele en verstelbare haaksleutels. Deze laatste zijn uitgerust met een scharnier zodat je de haakopening van de sleutel kan instellen. De sleutel voor ontromer is een speciaal model van haaksleutel met een gaffelvormige bek.
Zie ook pensleutel, conussleutel. [MOT]
MOT V 88.1352 (haaksleutel (enkele))
MOT V 88.0149 (haaksleutel (verstelbare))
MOT V 88.1008 (haaksleutel (enkele), schroevendraaier)
MOT V 97.0256 (haaksleutel (dubbele))
MOT V 97.0257 (steeksleutel met haaksleutel)
MOT V 2008.0579 (steeksleutel met haaksleutel)