Werktuig om de hoepels op een kuip te drijven. Voor metalen hoepels is het een metalen blokje met een houten in de lengte gericht hecht, waarvan een zijde overdwars holrond is (geheel 15-20 cm; breedte ca. 5-8 cm; dikte ca. 0,8-2 cm); het kan ook geheel van metaal zijn. Het ondereinde is overdwars uitgehold of gekarteld om het wegglijden te voorkomen. Soms wordt een steel haaks in het werktuig gestoken zodat het op een hamer gelijkt; deze drijfijzers zijn voor grote tonnen bestemd en worden stokhoepeldrijvers genoemd.
Voor houten hoepels kan hetzelfde werktuig aangewend worden maar meestal wordt gebruik gemaakt van een geheel houten hoepeldrijver.
De kuiper plaatst de hoepeldrijver op de hoepel met de holronde zijde tegen de duig. Met een hamer of met zijn rechte dissel slaat hij erop tot wanneer de hoepel op zijn plaats is. [MOT]
MOT V 88.0056