Snoeibeitel (m.)

identificatiecode
ID 126
morfologie
beroep
holotype
MOT V 82.0397 L=26,5cm B=8cm G=630gr. Opschrift: LAMBERT [H]AVARD.
holotype
MOT V 91.0709 L=30,5cm B=13,5cm G=700gr. Opschrift: A.O.R.
alias
boombeitel (syn.) (V.A.W.P.: 1. 439)
alias
stootijzer (syn.) (BOERHAVE BEEKMAN 1966: 2. 318)
alias
sleunschupke (syn.) (CORNELISSEN & VERVLIET: 1119, 2037)
alias
sleunbeitel (syn.) (CORNELISSEN & VERVLIET: 1119, 2037)
alias
snoeischup (syn.) (Catalogue 1849: 25)
alias
rupsenhaak (syn.)
beschrijving

De snoeibeitel dient om hoogstammige bomen te snoeien. Hij bestaat uit een metalen trapezium of half-cirkelvormig blad met een dille in hetzelfde vlak, op een lange (1) schacht gestoken. De zijde tegenover de schacht is scherp.

De snoeier staat aan de voet van de boom, plaatst het ijzer tegen de tak en slaat met een houten hamer op het uiteinde van de schacht. Soms steekt hij de tak af door een asgerichte beweging. Sommige modellen hebben een zijdelingse haak waarvan de binnenzijde scherp is. Daarmee kan al trekkend gesneden worden en kunnen de losse takken neergetrokken worden. Hetzelfde kan gedaan worden met het, weinig courant, S-vormig model.

Soms beschikt de snoeier over een stel snoeibeitels of ten minste over een stel schachten zodat hij tot acht meter hoog kan werken (2).

De snoeibeitel wordt nu ook steeds meer gebruikt om de vruchten van de cacaoboom te oogsten. [MOT]

(1) Snoeien met een beitel op kort hecht (WITTEWALL: 38) schijnt zeldzaam te zijn.

(2) Opgetekend bij J. Schuddings, Weert, Antwerpen.