identificatiecode
beroep
holotype
alias
alias
alias
De balkenrits (1) is een handwerktuig om een balk te merken door er een groefje in te snijden. Het bestaat uit een dun metalen blad (ca.3/10-15 cm) aan een uiteinde haaks gebogen, waarvan de hoek snijdt. Het is vaak met een zaagzetijzer gecombineerd; meestal staat dat ijzer aan het tegenoverliggend uiteinde maar soms zijn de inkepingen in het blad zelf gesneden (2); uitzonderlijk staat het zaagzetijzer tussen een dubbele rits (3).
De timmerman gebruikt de balkenrits om de plaats en de aard van de bewerking aan te duiden (zagen, pen of gat uit houwen enz.), soms ook om de balken te nummeren.
Te onderscheiden van de boomrits, van de klompenmakersrits, van het formeerijzer van de zadelmaker en van het hoefmes voor paarden van de hoefsmid.
Zie ook afschrijfpunt. [MOT]
(1) WEYNS 1967-68.
(2) Bv. LOMBARD & MASVIEL: 117.
(3) BISTON-BOUTEREAU-HANUS: 249.