Een hark, gesmeed of uit één plaat gevormd werkend deel met 8 tot 16 korte (ca. 6,5 cm), dicht bijeen staande (ca. 3 cm), platte, rechte tanden met platte bovenbalk. Het werkend deel is door middel van een dille op een lange steel (ca. 140 – 170 cm) bevestigd; een beugel verstevigt het geheel.
Bij het aanleggen van wegen met stampasfalt wordt het asfaltpoeder verwarmd tot 90 à 150 ° C. Daarna wordt het ter dikte van ca. 8 cm op de betonfundering met de (verwarmde) asfalthark verspreid, geëffend en onder de rij afgetrokken (1). Daarna wordt het aangestampt met een ijzeren straatstamper. [MOT]
(1) ZIECK & POSTEMA: 104.