Handwerktuig dat bestaat uit een hardstalen hamerkop waarvan één uiteinde de vorm heeft van een vierzijdige piramide en het andere uiteinde een vlakke baan heeft, op een relatief lange steel (ca. 40 cm) gestoken. Daarmee maakt de hoefsmid een vierkantig gat in het hoefijzer. Het metaal moet roodgloeiend zijn; de hoefsmid plaatst het puntig uiteinde van de hamerkop op het metaal en klopt op de vlakke baan met een hamer.
Zie ook stokdoorslag. [MOT]