Het kanthout is een langwerpig (ca. 20 cm bij 3-4 cm) stuk hout (1), met twee gleufjes (2) aan beide gebogen uiteinden waardoor het middenstuk ietwat uitsteekt.
Het wordt onder meer door de schoenmaker gebruikt om een siernaad aan te brengen. Het middenstuk wordt als geleider gebruikt en langs de kant van het leder bewogen. Het kanthout wordt niet opgewarmd zoals de griefpasser die voor hetzelfde doel kan worden gebruikt. [MOT]
(1) Beuken- of palmhout (FRUMAU: 69)
(2) De gleufjes hebben een verschillende breedte om zo verschillende kantlijnen te kunnen maken met één werktuig.