identificatiecode
beroep
holotype
alias
De kuipersbijl (1) is een brede (ca. 20-25 cm) bijl van ca. 1,5 kg met één vouw, waarvan het vaak T-vormig blad niet in de as van de steel ligt. Ijzer en steel zijn door een dille of door een oog verbonden; dat laatste is steeds omgeplooid (zie glossarium). De 30-40 cm lange steel wordt met één hand gevat.
In Frankrijk komt een veel zwaarder (tot 5 kg) en breder (tot 40 cm) rechthoekig blad voor waarvan vele verschillende vormen bestaan (2). De steel is ca. 40 cm lang en wordt dicht bij het ijzer gevat, zijn uiteinde rust op de dij van de kuiper. [MOT]
(1) Ook baars (het W.N.T. geeft als tweede betekenis holmes maar in alle aangehaalde voorbeelden (behalve één waar het woord alleen staat) is er spraak van een bijl; voor SEWEL: 2. 54 en BUYS: 2. 10 zijn baars en kuipersbreekbeitel (?) gelijkbetekenend.
(2) Bv. PAULIN-DESORMEAUX: 58; JAUBERT: 4. 286; RENARD 1921: 141.