identificatiecode
beroep
beroep
beroep
holotype
Biggen worden meestal gecastreerd in hun eerste drie levensweken. Dat gebeurt op de volgende wijze: nadat er met een scalpel een incisie gemaakt is in de balzak - zodat de teelballen vrij komen te hangen - wordt de zaadstreng zodanig gedraaid totdat hij breekt. Bij jonge biggen gebeurt dat met behulp van enkele afklemtangen of zelfs met de hand.
Bij biggen die al enkele maanden oud zijn, is de zaadstreng al relatief groot en gebeurt de castratie met een castreerschaar (1). Eén kaak ervan is rechthoekig (ca. 5 cm bij 1 cm) met een langwerpige uitsnijding die langs één zijde groefjes en langs de andere zijde een scherpe snede heeft, de andere kaak heeft een holronde snede. De kaken kunnen met behulp van een klemschroef aangeschroefd worden. Na de incisie wordt de zaadstreng met de kaken gevat, die hard dichtgeknepen en met de klemschroef vastgezet worden; men draait de tang enkele keren rond tot de zaadstreng breekt en vervolgens knijpt men ze volledig dicht opdat de testikel afgesneden wordt.
Zie ook castreertang. [MOT]
(1) Zie BERTHELON.