Handwerktuig dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald het aanbrengen van één of meerdere rechte lijnen of filetten meestal op de rug van het boek. Het werkend deel kan in plaats van een lijn ook uit een lang, smal motief bestaan.
De filetstempel heeft een T-vormig, vaak koperen blad (ca. 7,5 - 10 cm) waarvan het dunne (ca. 0,15 mm tot enkele mm) hoofdeinde een bolle snede (diameter ca. 22 - 25 cm) heeft en van een filetmotief (1) voorzien is. Het is bevestigd in een houten hecht. Na verhitting wordt de stempel op het leer - al dan niet voorzien van bladgoud - gedrukt, om een decoratief ontwerp te bekomen.
Er bestaan ook modellen waarvan beide uiteinden van de snede in een hoek van 45° zijn afgesneden om een mooi afgewerkte lijn in verstek te creëren.
Voor het aanbrengen van gebogen lijnen gebruikt men een filetboog.
Zie ook letterschroef, stempel (leer), lijnrol en filetradertje. [MOT]
(1) V.D.: s.v. filet; rechte of gebloemde lijn of lijst op het plat van een boek.