Vaste elektrische draden plaatst men vaak in speciale buizen van metaal of plastic. Vroeger waren de zogenaamde Bergmannbuizen van karton met een buitenlaag van metaal. Deze buizen van 7, 9, 11, 13 1/2 en 16 mm sneed men met een isolatiepijpsnijtang.
De kaken zijn meestal rond om de buis te vatten en op één van de kaken zit een rond mes bevestigd. Men kan het vervangen en soms wordt het afgeschermd aan de buitenzijde met een metalen kapje.
Een ander model met ronde kaken heeft een vervangbaar mes met rechte snede. De andere kaak is voorzien van twee geleidingswieltjes om de buis makkelijk te kunnen draaien.
Nog een ander model heeft twee snijdende bladen waarvan de snede van beide messen bij het dichtknijpen van de tang een driehoek vormen.
Soms is de isolatiepijpsnijtang gecombineerd met een kopkniptang met schuine bekken onder een hoek van 135° met de lengteas, een draadknipper voor dikkere draad of een draadstriptang.
Er bestond ook een isolatiepijpbuigtang om de buizen te buigen. [MOT]