Met een theetangetje laat men losse thee in het kopje of de theepot trekken. Men belet zo dat de theeblaadjes in het water gaan ronddrijven.
De kaken bestaan uit twee gazen zakjes of twee zeefjes uit inox, die men opent door de armen van de tang dicht te knijpen. Men kan zo makkelijk het theetangetje vullen of ledigen. De tang sluit zich automatisch wanneer men geen druk meer uitoefent op de armen of ze wordt toegehouden door middel van een ring. Indien de armen te kort zijn wordt er een kettinkje met haakje voorzien om over de rand van het kopje of de theepot te hangen.
Zie ook theeƫi. [MOT]