Handwerktuig om voorwerpen op- of af te hangen.
De slager gebruikt hem voor spek, worsten e.d., de stomer, voor kleren, de winkelier, voor lichte en betrekkelijk weinig verkochte goederen.
De stokhaak bestaat uit een naar boven gebogen haak (ca. 5 cm) met dille waarin een lange steel (ca. 120-250 cm) steekt. Sommige modellen zijn voorzien van meerdere haken.
Zie ook bootshaak. [MOT]