De gewone spanzaag is een spanzaag (zie glossarium) die in verscheidene grootten (1) bestaat: van 35 tot 120 cm. Naargelang van haar lengte en de vorm van haar tanden dient ze om grote of kleine planken en latten door te zagen. In tegenstelling tot de schulpzaag is het breed (ca. 4-5 cm) blad van de gewone spanzaag vast in het rechte kader gemonteerd.
Deze zaag wordt bij een arm boven het blad gevat wanneer ze horizontaal of schuin gehanteerd wordt; bij een arm en bij de boom wanneer ze verticaal werkt, wat echter zelden voorkomt.
Tegenwoordig bestaan er ook vouwbare modellen.
Zie ook brandhoutzaag en draaizaag. [MOT]
(1) VAN KEIRSBILCK 1898: 235, noemt het grootste model boogzaag (F scie allemande; E frame saw), het middelste kortzaag (F F scie à débiter; E pit saw.) en het kleinste model pinzaag (F scie à araser).